Wereldwijd zijn er soms enorme cultuurverschillen, zowel binnen een zakelijke omgeving als in het dagelijks leven. Dit komt voornamelijk omdat elk land zijn eigen normen en waarden heeft. Zo is het in Nederland bijvoorbeeld gebruikelijk om op tijd bij je afspraak te zijn en als je onverwachts te laat bent dan verwacht men dat je dit telefonisch doorgeeft. Echter in een land als Italië staat punctualiteit juist niet hoog in het vaandel. Er wordt daar niet raar opgekeken als je collega te laat is. Binnen Europa gelden er dus verschillende cultuurverschillen. In deze blog vergelijk ik naast Nederland nog twee andere Europese landen met elkaar en leg ik je graag uit hoe erg deze Europese landen op gebied van cultuur met Nederland verschillen binnen een zakelijke omgeving. Hiervoor gebruik ik de vijf cultuurdimensies van Hofstede model en de ‘Country Comparison Tool’ van Hofstede Insights.
De Hofstede methode
De vijf cultuurdimensies van Hofstede is een model dat door Geert Hofstede is ontwikkeld. Met behulp van dit model wordt er gekeken naar (potentiële) cultuurverschillen binnen een land. Bij het ontwikkelen van dit model kwam Hofstede er vrij snel achter dat instanties en organisaties in verschillende landen vaak dezelfde problemen hebben, maar dat elk land deze problemen ook op verschillende manieren oplost. Dit heeft voornamelijk te maken met de verschillende culturen die elk land heeft. In deze blog worden drie van de vijf dimensies gebruikt om de verschillen binnen de bedrijfscultuur per land aan te duiden. De dimensies die worden gebruikt zijn: machtsafstand, individualisme en masculiniteit.
Machtsafstand
Hofstede definieert deze dimensie als ‘de mate waarin de minder machtige leden binnen een organisatie in een land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk is verdeeld’. Wanneer deze verwachting en acceptatie laag is, dan wordt er gesproken van een kleine machtsafstand. Is deze hoog, dan wordt er gesproken van een grote machtsafstand en is er sprake van ongelijkheid binnen de samenleving.
Individualisme
Deze dimensie wordt gedefinieerd als ‘de mate van onderlinge onafhankelijkheid die een samenleving onder zijn leden handhaaft’. Binnen deze samenlevingen zorgt iedereen in principe alleen voor zichzelf en voor zijn/haar naaste familie. Als deze dimensie laag scoort is er sprake van een collectivistische samenleving, waarbij individuen vanaf hun geboorte opgenomen zijn in groepen en waar men levenslang voor elkaar zorgt in ruil voor loyaliteit.
Masculiniteit
Tot slot hebben we de dimensie masculiniteit en deze wordt door Hofstede gedefinieerd als ‘hetgeen wat mensen motiveert: de beste te willen zijn (masculiene) of te houden van wat je doet (feminiene). Bij een masculiene werkomgeving ligt de nadruk op prestatie en succes, terwijl bij een feminiene werkomgeving de nadruk juist ligt op bescheidenheid, tederheid en de kwaliteit van het bestaan.
Nederland
Op de machtsafstand dimensie scoort Nederland laag (score van 38). Dit betekent dat Nederlanders graag onafhankelijk willen zijn, alleen hiërarchie hebben voor het gemak en gelijke rechten belangrijk vinden. Macht is gedecentraliseerd en managers rekenen op de ervaring van hun teamleden. Werknemers verwachten te worden geraadpleegd. Controle wordt niet op prijs gesteld en de houding ten opzichte van managers is informeel en bij de voornaam. Communicatie is daarnaast direct en participatief. Nederland, met de zeer hoge score van 80, is een individualistische samenleving. Dit betekent dat de relatie tussen werkgever en werknemer een contract is dat gebaseerd is op wederzijds voordeel en beslissingen over aanwerving en promotie worden geacht uitsluitend gebaseerd te zijn op verdienste. Tot slot scoort Nederland zeer laag op de dimensie masculiniteit, namelijk 14, waardoor er dus sprake is van een feminiene samenleving. In feminiene landen is het belangrijk om de balans tussen leven en werk te bewaren en zorg je ervoor dat iedereen meetelt. Een effectieve manager is ondersteunend aan zijn/haar mensen, en besluitvorming komt tot stand door betrokkenheid. Managers streven naar consensus en mensen hechten waarde aan gelijkheid, solidariteit en kwaliteit in hun beroepsleven. Conflicten worden opgelost door compromissen te sluiten en te onderhandelen en Nederlanders staan bekend om hun lange discussies totdat consensus is bereikt.
Frankrijk
Met een score van 68 scoort Frankrijk vrij hoog op Machtsafstand. Kinderen worden opgevoed om emotioneel afhankelijk te zijn, tot op zekere hoogte, van hun ouders. Deze afhankelijkheid wordt doorgegeven aan de leerkrachten en later aan de meerderen. Het is dus een samenleving waarin een redelijke mate van ongelijkheid wordt aanvaard. Op de dimensie individualisme scoort Frankrijk ook hoog, met een score van 71, waardoor ook Frankrijk een individualistische samenleving heeft. Werkgevers en vakbonden praten niet echt met elkaar, omdat ze elkaar niet van hetzelfde niveau beschouwen. De behoefte om een sterk onderscheid te maken tussen werk en privéleven is in Frankrijk nog sterker dan in Nederland. De Fransen zijn zelfgemotiveerd om de beste te zijn in hun vak. Ze verwachten dan ook respect voor wat ze doen, waarna ze anderen graag goed van dienst willen zijn. Als laatst scoort Frankrijk 43 op de dimensie masculiniteit, waardoor zij ook net als Nederland een feminiene cultuur hebben. Het is er normaal om een 35-urige werkweek te hebben, vijf weken vakantie per jaar te krijgen en is er aandacht voor de kwaliteit van het leven. De Franse cultuur in termen van het model heeft echter nog een ander uniek kenmerk. De hogere klasse scoort vrouwelijk, terwijl de arbeidersklasse mannelijk scoort. Dit kenmerk is in geen enkel ander land aangetroffen.
Groot-Brittannië
Groot-Brittannië scoort het allerlaagst op de dimensie machtsafstand met een score van 35. Dit betekent dat Groot-Brittannië een samenleving heeft die gelooft dat de ongelijkheid tussen mensen zo klein mogelijk moet worden gehouden. Waar je geboren bent zou geen beperking mogen vormen voor hoever je in het leven kunt komen. Een gevoel van eerlijkheid drijft de overtuiging dat mensen in zekere zin als gelijken moeten worden behandeld. Op de dimensie individualisme scoort Groot-Brittannië juist het allerhoogst met een score van 89. De Britten zijn een zeer individualistisch en op zichzelf staand volk. Kinderen wordt van jongs af aan geleerd voor zichzelf te denken en uit te zoeken wat hun unieke doel in het leven is en hoe zij op unieke wijze kunnen bijdragen aan de samenleving. De weg naar geluk loopt via persoonlijke voldoening. En tot slot op de dimensie masculiniteit scoort Groot-Brittannië 66, waardoor zij in tegenstelling tot Nederland en Frankrijk juist een masculiene samenleving hebben die zeer succesgericht en gedreven is. Een belangrijk punt van verwarring op de werkvloer bij een Brits bedrijf is dat je in staat moet zijn om “tussen de regels door te lezen”. Wat gezegd wordt, is niet altijd wat bedoelt wordt. In vergelijking met Nederland en Frankrijk leven de mensen in het Groot-Brittannië om te werken en hebben ze een duidelijke prestatie-ambitie.